Deskundigenoordeel bedrijfsarts en andere voorgenomen wijzigingen in de arbeidsomstandigheden wet
Op 13 september 2016 is een wetsvoorstel inzake wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet door de tweede kamer aangenomen, welke in januari 2017 behandeld gaat worden door de 1e kamer.
Op hoofdpunten:
- versterking van de positie van de preventiemedewerker en samenwerking met de arbodienstverleners;
- verduidelijken van de adviserende rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding;
- het kunnen consulteren van de bedrijfsarts;
- het basiscontract arbodienstverlening;
- mogelijkheden voor een second opinion door de werknemer;
De ondernemingsraad krijgt instemmingsrecht bij het aanstellen van de preventie medewerker en bij het regelen van diens positie binnen de onderneming. Hiermee wordt beoogd het draagvlak van en het vertrouwen van werknemers in deze medewerker te vergroten.
De rol van de bedrijfsarts in de verzuimbegeleiding is adviserend. Werkgever en werknemer zijn beide verantwoordelijk voor de uitvoering van reintegratie en worden hierin geadviseerd door de bedrijfsarts. Dit was al zo, echter in de praktijk bleek dat sommige werkgevers de verzuimbegeleiding overlaten aan de bedrijfsarts. Derhalve wordt dit nog eens benadrukt. Overigens handelt Evia bedrijfsarts al lang volgens de gedachtegang dat de bedrijfsarts adviserend is naar werknemer en werkgever en de verantwoordelijkheid bij beide partijen moet laten.
Verder wordt de preventieve consultatie van de bedrijfsarts opgenomen in het wetsvoorstel. Dat wil zeggen dat werknemers ,die niet verzuimen, rechtstreeks toegang moeten hebben tot de bedrijfsarts. Dat wil zeggen dat de werknemer zonder toerstemming van de werkgever naar het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts kan en zonder dat de werkgever hierover geïnformeerd wordt.
Daarnaast wil de overheid de professionaliteit van de bedrijfsarts vergroten door een aantal rechten en plichten in te voeren. Deze hebben betrekking op ondermeer het voeren van een verplichte klachtenregeling, het melden van beroepsziekten, het recht om een werkplek te bezoeken, het recht om overleg met preventie medewerker en medezeggenschap te hebben en de mogelijkheid van een second opinion. Ook deze punten zijn al gebruikelijk binnen de dienstverlening door Evia. De huidig gevoerde klachtenregeling zal in 2017 verder geformaliseerd worden.
Ingaande op dat laatste aspect krijgt de werknemer recht op een second opinion bij een andere bedrijfsarts. De bedrijfsarts verwijst dan door naar een andere bedrijfsarts die niet verbonden is aan de werkgever. Er is geen keuzevrijheid voor de werknemer. Uitgangspunt blijft dat dat eerste bedrijfsarts de begeleiding voortzet nadat de resultaten van de second opinion met de werknemer zijn besproken. De kosten zijn voor de werkgever.
Het inschakelen van een second opinion ligt in lijn met wat gebruikelijk is in de curatieve sector. De verwachting is dat er minder deskundigenoordelen bij het UWV aangevraagd zullen worden.
Evia bedrijfsartsen gaat graag met u in gesprek om na te denken over de wijze waarop deze veranderingen in wetgeving al uw bedrijfsvoering geïmplementeerd zijn cq kunnen worden.